“ 30 Jaar geleden zag ik m alleen op vakantie in Spanje, 20 jaar geleden speciaal ervoor naar de Biesbosch, 2 jaar geleden nog zeldzaam in het Lauwersmeergebied en nu iedere dag een Cetti's Zanger! ”
Datum: 11 januari 2016
Rock ’n roll is slecht voor de gezondheid zou je denken. Toch heb ik in de afgelopen jaren menig rocklegende uit de jaren zestig en zeventig – zeer geconserveerd ogend – over het podium zien denderen. Gisteravond was het de zevenenvijftigjarige Davie Jones, die mij onder zijn artiesten naam David Bowie, opnieuw verbaasde.
Een paar dagen geleden belde mijn vriend Erik me op met de vraag of ik trek had in een avondje Bowie. Nou heb ik geen enkele cd in huis van de excentrieke Engelsman, maar voor een artiest met zo’n gigantisch oeuvre kun je alleen maar diep je pet afnemen. Graag dus.
Na een halve liter bier voor 4 euro op het terras van de Heineken Musichall besloten we voorprogramma Anouk maar wat te gaan supporten. Het wachten in de rij om gefouilleerd te worden, gaf ons tijd genoeg om het bord met Arena huisregels in ons op te nemen. U mag niet mee naar binnen nemen: plastic, blik, wapens, alcohol, etenswaren, film- foto- en geluidsapparatuur enz enz …..en hooi (?)
Na een vluchtige betasting van onze kleding door een dame van een jaar of veertig, kwam de reuzengalm, waar de Arena om bekend staat ons al tegemoet. Met De Kast stonden we een aantal keren in het Ajaxstadion op het Neder rock festival ‘Nieuw Nederlands Peil’. Het geluid was toen al dramatisch slecht. “Wat een waardeloos gebouw is dit” verklaarde Henk Westbroek destijds in zijn welbekende lijzige Utregs. “Je kunt hier geen muziek maken en je kunt hier niet voetballen” Met het laatste verwees hij naar de problemen met de grasmat in de beginjaren van de Arena. “Je kunt hier eigenlijk helemaal niks”!
Later ontdekte men de ‘Arena Amphy’, een klein afgeschermd gedeelte van het stadion. Syb van der Ploeg en Nico Outhuijse namen daar afscheid van De Kast eind 2002. Het geluid klonk daar al een stuk ‘droger’.
De complete Arena is een moeilijk geval. Het is allemaal beton dus het geluid kaatst alle kanten op en komt elkaar dan halverwege het veld weer tegen. Het gevolg is een monsterachtig gebrul dat achter iedere voortgebrachte klank van het podium aankomt.
Maar liefst driekwart van het gehele stadion was behangen met doeken om David Bowie wat in de hand te houden. Alleen de tribunes tegen over het podium – het podium stond in de lengte van het stadion – waren open gehouden. Naarmate daar meer publiek ging zitten werd het geluid beter. En nog bleef het galmen.
Maar ik moet zeggen: Anouk klonk niet slecht. Ze zong goed en oogde gedreven. De band was erg strak en dat kwam het geluid zeer ten goede.
Omdat ik al twintig jaar de setlist van De Kast samenstel, luister ik ook bij anderen heel goed naar de programma opbouw. Ik kan niet anders concluderen dan dat Anouk Teeuwen daar beter over nagedacht had dan David Bowie. Maar Bowie hoeft natuurlijk niets meer te bewijzen.
Eerst werd er een stukje gejamd door de band, dat stopte, er werd een geluidsband ingestart, maar ook dat stopte weer. De band begon opnieuw te spelen en toen bleek dat de echte opening te zijn. Het rommelige begin werd snel vergeten toen een stralende Bowie het podium betrad.
Daarna ging het toch weer relatief voorzichtig verder. Waarschijnlijk werden de eerste 3 a 4 liedjes gebruikt om de sound op orde te krijgen. Vanaf het vierde nummer klaarde het geluid op en kwam het concert echt van de grond.
Ik kende lang alle songs niet, maar mijn buurman wel. De teksten werden volledig synchroon in mijn linker oor getetterd. Het was nu flink druk geworden op de, met vlonders bedekte, grasmat van Ajax, dus mijn vriend Erik en ik werden steeds verder uit elkaar gedreven.
Hoe het mogelijk is weet ik niet, maar ik presteer het altijd weer om achter de langste persoon onder duizenden bezoekers terecht te komen. Ik ben niet zo groot dus ik zie dan al gauw niets meer. Met een katachtige manoeuvre stond ik echter al gauw vóór de twee meter twintig lange gozer en was ik daarmee ook meteen af van de oortetteraar.
In een bomvolle Arena kun je niet dansen. Toch zijn er altijd mensen die dat toch doen. Zo ook de twee kleine vrouwtjes van middelbare leeftijd die nu voor mij stonden. Dat leverde een rondzwaaiende arm in het gezicht en twee blauwe tenen op.
De Bowietrein was nu lekker op gang gekomen en steeds weer verbaasde ik mij over de omvang en diversiteit van diens hit repertoire. De catchy popsongs ‘Let’s Dans’ en ‘China Girl’ staan ver weg van zijn werk uit de jaren zestig en zeventig. Maar immer blijft er een bepaalde kwaliteit overeind. Daarom hebben – tot op de dag van vandaag – ook de fans van het eerste uur, Bowie nooit de rug toegekeerd.
Na de woorden “Freddie couldn’t make it tonight” wist iedereen dat de volgende song de Bowie/Mercury hit “Under Pressure” uit begin jaren tachtig zou worden. Persoonlijk vind ik dat één van de mooiste popsongs allertijden. Bowie is ook vanavond op z’n best in dit soort enigszins schizofrene popliedjes. Ik vind hem wat minder goed in traditionele rock. Dat deed Anouk in zijn voorprogramma eigenlijk beter.
Ik had behoorlijk op gezien tegen het geluid van de Arena, maar het is me deze avond niet tegen gevallen. Bij vlagen was het zelfs behoorlijk goed. En Bowie kan nog jaren mee!
Dat ik er, met deze conclusie uit mijn concertverslag van 2004, helemaal naast zat, bleek al gauw toen Bowie een paar weken na dit optreden, tijdens een show in Duitsland, een hartinfarct kreeg. Hij zou daarna niet meer optreden en overleed gisteren aan de gevolgen van Leverkanker.
Rock ’n roll toch niet zo goed voor je gezondheid wellicht.