“ 30 Jaar geleden zag ik m alleen op vakantie in Spanje, 20 jaar geleden speciaal ervoor naar de Biesbosch, 2 jaar geleden nog zeldzaam in het Lauwersmeergebied en nu iedere dag een Cetti's Zanger! ”
Datum: 08 juli 2021
In december 2020 ontdekte ik een functie op waarneming.nl, waardoor ik kon zien welke vogels ik het meest had ingevoerd en welke het minst.
Al gauw werd me duidelijk dat er voornamelijk zeldzame en zeer zeldzame soorten boven aan mijn levenslijst prijkten. De algemene vogels had ik namelijk veel minder ingevoerd.
Hooguit stonden er Koolmezen en Huismussen op iedere eerste van de maand, maar dat aantal waarnemingen was bij lange na niet genoeg, om ze bovenaan de totaal lijst te krijgen, zoals het eigenlijk hoort.
In 2020 was ik al gaan weeklijsten, om te kijken of ik alle 52 weken van het jaar boven de honderd soorten zou kunnen komen. Dat ging erg goed, het lukte mij slechts 3 weken niet.
Maar nog altijd was dat niet genoeg geweest, om op mijn totaallijst, de algemene soorten als eerste te doen staan.
Wat nou als ik zou gaan daglijsten in 2021, bedacht ik me.
Als ik iedere dag van dat jaar zoveel mogelijk algemene vogelsoorten zou kunnen aantekenen, moeten die op mijn levenslijst, vanzelf wel boven komen drijven.
Maar ja, iedere dag vogelen? Zou ik dat vol houden? Het zou een soort ‘vogelchallenge’ zijn dan.
Half december besloot ik het gewoon te proberen.
Via de app Obsmapp kan ik op mijn telefoon onderweg heel makkelijk de soorten invoeren.
‘s Avonds, als ik dacht geen nieuwe soorten meer te kunnen binnenslepen, drukte ik op ‘uploaden’ en een tien minuten later kon ik op waarneming.nl dan zien, hoe mijn daglijst er nu uitzag.
De uitdaging werd natuurlijk om per dag zoveel mogelijk soorten erbij te krijgen. De ene dag slaagde dat beter dan de andere. De meeste ochtenden lukte het mij wel even een ronde te maken. Vanaf het middaguur moest ik door de weeks lesgeven en lukte het niet meer.
Het moest natuurlijk ook geen obsessie worden. Ik besloot daarom niet naar de soorten te gaan zoeken, maar gewoon te kijken wat er op mijn pad zou komen.
Na een paar weken, zo rond de jaarwisseling, begon ik erin te geloven dat het me zou kunnen lukken. Ik vond het nog altijd leuk, iedere dag m’n rondje te doen.
Zo rolde ik al vogelend het nieuwe jaar in.
Vanaf mijn huis kon ik binnen tien minuten bij 3 verschillende biotopen komen.
Ten eerste mijn hofleverancier Ezumakeeg aan het Lauwersmeer, waar ik iedere dag de water- en weidevogels kon oprollen. Goed voor zo’n 40 a 50 soorten binnen een uur.
Ten tweede het Veenkloosterbos, het enige oude bos in mijn omgeving, waar ik steeds veel zangvogels noteerde. Daaronder een paar soorten, die lastig te vinden zijn in het Lauwersmeergebied, zoals de Boomklever. Vanaf 15 maart is het bos, vanwege het broedseizoen, voor 3 maanden gesloten, dus moest ik het die periode zonder Klevers doen.
De derde plek, die ik veel bezocht was de Kollumerwaard. Daar kon ik terecht voor de rietvogels en zangvogels die niet in het Veenkloosterbos voorkomen, zoals de Nachtegaal en de Wielewaal.
Als ik een dag wat meer tijd had en dus meer dan 1 van deze plekken kon bezoeken, tikten de soorten behoorlijk aan. Als ik alle drie de gebieden had bezocht zat ik al gauw, zeker in de maanden april en mei, tegen de 100 soorten aan.
Ik ben nu een half jaar aan het daglijsten en ik vind het nog steeds leuk. Iedere ochtend heb ik weer zin om mijn ronde te maken. Naast de soorten die ik vrijwel elke dag kon aantekenen, zaten er altijd wel een paar vogels tussen die ik dit jaar nog niet had, of een tijdje niet had kunnen vinden.
Om onverklaarbare redenen kon ik soms dagenlang een bepaalde soort niet in de kijker krijgen, terwijl ik er daarvoor, zowat overheen reed. Zo had ik in de maand juni veel moeite om een Waterhoentje te vinden. Als ik dat aan bevriende vogelaars vertelde, was de reactie vaak dat zij de soort, die ik op dat moment niet kon vinden, iedere dag zagen. Als ik dan vroeg of ze me wilden appen als ze de vogel zagen, hoorde nooit meer wat. Sommige vogelsoorten zijn gewoon bepaalde periodes van het jaar slecht waarneembaar, terwijl ze in andere jaargetijden volop in je tuin te vinden zijn. Dat het slecht gaat met de Grutto, heb ik zelf kunnen ondervinden. In de broedtijd wist ik in het gehele Lauwersmeergebied, slechts 1 plek waar ik ze met zekerheid kon vinden. Zo reed ik in de maanden april en mei bijna dagelijks naar de Bantpolder, om de Grutto op m’n lijstje te krijgen. Na het broedseizoen zaten er plotseling weer honderden in de Ezumakeeg, maar of die succesvol gebroed hadden….
Wat ook opviel, was het lage aantal Gele Kwikstaarten. Ik kan mij geen jaar herinneren, dat ik er zo weinig zag in het Lauwersmeergebied.
Andere soorten zag ik in de eerste helft van 2021 juist meer dan ik ooit had gedaan.
Zo hoorde ik deze lente erg veel Spotvogels, zelfs eentje in mijn tuin (nieuwe tuinsoort!).
En natuurlijk de bonus soorten. In de Kollumerwaard bevonden zich zeker 4 nesten van de Buidelmees, zodat ik deze leuke soort lekker vaak op mijn daglijst kon zetten.
Ook de Steltkluut, toch een zeldzame soort in Nederland, kon ik in de maanden april, mei en juni nagenoeg dagelijks toevoegen. Het is inmiddels juli en de KOOLMEES staat al keurig op de eerste plaats van mijn levenslijst…. en zo hoort het!
Na een jaar, sta ik nog steeds enthousiast vroeg op om mijn ronde te maken. 2022 ga ik besteden aan de dagen waarop ik in 2021 niet in de gelegenheid was om een, voor mij. acceptabel aantal soorten binnen te slepen!