“ 30 Jaar geleden zag ik m alleen op vakantie in Spanje, 20 jaar geleden speciaal ervoor naar de Biesbosch, 2 jaar geleden nog zeldzaam in het Lauwersmeergebied en nu iedere dag een Cetti's Zanger! ”
Datum: 01 januari 2018
Mijn totaal aantal waargenomen vogelsoorten in Nederland komt inmiddels aardig dicht bij de 400 en dan wordt het steeds moeilijker, om er weer een nieuwe ‘lifer’ aan toe te kunnen voegen.
Zeker als ik er niet al te ver voor wil of kan reizen. Eind 2017 stopte de teller na 4 nieuwe soorten.
Pas halverwege de maand mei kon ik mijn eerste nieuwe Nederlandsoort aantekenen. Langs de kustweg van het Lauwersmeergebied hoorde ik een Orpheusspotvogel zingen.
Helaas heb ik de vogel niet gezien, maar de regel ‘Horen is Scoren’ geldt hier dan.
Het was trouwens niet dat ik geen leuke vogels in de eerste maanden van 2017 zag, maar dat waren allen oude bekenden.
De bijzonderheden waren in januari een Kleine Burgemeester en een paar Dwerggorzen, in maart een Steppekiekendief en in april een Roodstuitzwaluw en een Witoogeend.
Begin Juli diende mijn tweede ‘lifer’ zich aan. Midden in een woonwijk in Heerenveen bevonden zich rond een plas 3 Woudaapjes.(zie mijn blog van juli 2017)
Verder kwam ik de zomer door met inmiddels voor mij reguliere zeldzaamheden als o.a. Slangenarend, Grote Grijze Snip, Poelruiter en Steltkluut.
Ten oosten van Groningen werd een Grijze Wouw ontdekt. Na uren posten totdat de dichte mist eindelijk was opgetrokken, kon ik deze prachtige soort voor de tweede keer in mijn leven waarnemen.
Een maand later dook, waarschijnlijk het zelfde exemplaar, op in het Lauwersmeer. Daar zit de wouw, die eigenlijk helemaal geen Wouw is, tot op de dag van vandaag nog altijd.
Op 3 oktober maakte ik een wandelingetje in de Kollumerwaard. Ik had een week eerder een pad langs een bomenrand ontdekt die bijna altijd uit de wind bleef.
Vooral kleine zangvogeltjes kwamen op dit plekje in de luwte af. Onder andere Mezen, Goudhaantjes, Vuurgoudhaantjes, Matkoppen, Putters, Roodborstjes, Winterkoninkjes en
veel Lijsters waren er in zwermpjes te vinden. Toen ik op de derde van oktober wederom het pad afliep zag ik een Tjiftjafachtig vogeltje het weggetje oversteken.
Tussen het nog bijna volledig aanwezige groen kon ik nog net het kopje van de vogel ontwaren in mijn kijker. ‘hm, dat lijkt wel een Kleine Vliegenvanger’ dacht ik meteen.
Nadat ik het geluid van deze soort met mijn telefoon een paar keer had afgespeeld, kwam de Vliegenvanger een paar keer vlak bij me in de struiken zitten.
Het zenuwachtige vogeltje was me voor een goede foto echter steeds veel te snel af. Toch lukte het me een, voor kenners, herkenbaar plaatje te maken.
Dat dit windvrije plekje een vruchtbare locatie was, bleek een week later weer, toen ik er met Bouke Roosma een Bladkoninkje ontdekte.
Kleine Vliegenvanger (leuke’ zelfontdek’ soort)
Op 10 oktober kwam misschien wel de klapper van het jaar. De Keizerarend, die een week eerder in het zuiden van het land over een telpost vloog, werd nu in de Weerribben waargenomen.
Al voor het eerste ochtendlicht waren Bouke, Jaring en ik ter plaatse en we waren niet de enige. De Arend werd snel teruggevonden, maar bleef helaas wat te veel op afstand voor een goed plaatje.
Het ‘Dutch Birding Weekend’op Texel was erg gezellig, maar de grote klapper ontbrak. Het bleef bij jaarlijkse zeldzaamheden als: Hop, Rosse Franjepoot en Ijsduiker.
Zeldzame eenden staan altijd ter discussie als ze in Nederlandse wateren ontdekt worden. Zo ook de Kokardezaagbek nabij zwolle.
Eenden worden massaal als siervogel gehouden en er vliegen veel ontsnapte exemplaren rond. Vaak hebben ze dan een ringetje om de poot.
Toch kwam in november, voor de zekerheid, menige vogelaar op dit prachtige ongeringde mannetje af. Als hij goedgekeurd wordt door de CDNA, heb ik er weer een nieuwe soort bij.
Op 25 november zag ik in de, onder vogelaars, inmiddels beroemde wijk “Beijum” in Groningen mijn tweede Blauwstaart ooit. De ligging van die wijk in het noordoosten van de stad, moet wel erg gunstig zijn
voor zeldzame vogelwaarnemingen. Een paar Haakbekken, een Grijze Junco, een Bruine Lijster en een Blauwstaart in één buurt, kan geen toeval genoemd meer worden.
Eind november, begin december sloot ik mijn vogeljaar, wat de bijzondere soorten betreft, af met 2 zeldzame ondersoorten: Mijn 3de Oosterse Zwarte Roodstaart en een (waarschijnlijke) Ijslandse Koperwiek.