“ 30 Jaar geleden zag ik m alleen op vakantie in Spanje, 20 jaar geleden speciaal ervoor naar de Biesbosch, 2 jaar geleden nog zeldzaam in het Lauwersmeergebied en nu iedere dag een Cetti's Zanger! ”
Datum: 02 maart 2015
De Canarische eilanden ten westen van Afrika spraken mij eigenlijk nooit zo aan.
Kale rotseilanden met een handvol endemische vogelsoorten.
Ik stond dan ook niet erg te springen om eind februari mee te gaan, voor een familie-uitje
naar Tenerife. Wanneer ik tien minuten in de zon heb gelegen begin ik mij namelijk alweer stierlijk te vervelen.
Als er dan geen leuke plekjes in de buurt zijn om vogels te spotten, hoef ik niet mee.
Toch liet ik mij tijdens een verjaardagsfeestje, na een paar borrels, ompraten en boekte bij.
Daar heb ik geen spijt van gekregen! Vanaf de eerste minuut na aankomst in het hotel in het zuidwesten van Tenerife, zag en hoorde ik overal om mij heen vogels.
Dag 1
Toen ik de balkondeur van onze kamer opende, dansten de klanken van mijn eerste nieuwe soort me al tegemoet: “Tjiftjaf tjaf tjif tjaf tjif….” De Canarische Tjiftjaf klonk bijna zoals zijn neefje uit
Nederland. Toch had ik in mijn vogelgids gelezen, dat ze een explosief geluid als van de Cetti’s Zanger voort zouden brengen.
De Canarische Tjiftjaf bleek deze week de meest algemene vogel te worden, die ik zou horen en zien.
Overal klonk zijn deuntje, of het nou in een druk uitgaanscentrum of in een dicht laurierbos was.
Daarnaast produceerde het kleine vogeltje inderdaad ook regelmatig zijn Cetti’s Zanger imitatie.
Recht voor het hotel bevond zich een middenberm met mooi gemaaid gras waar eigenlijk altijd wel Merels op aan het foerageren waren.
Aan de andere kant van de weg lag een stuk grond met allemaal rommelhoekjes en struiken. Er kwetterden wat Spaanse mussen, koerden wat Turkse Tortels en er kwam een Puttertje voorbij.
Vanuit mijn linker ooghoek zag ik een Pieper langs schieten. De Berthelotspieper, mijn tweede nieuwe soort binnen een uur na aankomst! Het lukte me een bewijsplaatje te schieten, maar later deze week zou ik veel betere foto’s van deze soort kunnen maken.
Toen ik de weg weer overstak naar het hotel, hoorde ik een Grote Gele Kwikstaart boven me.
Er bleek een paartje op de dakrand te zitten. Ook deze soort zou ik dagelijks rond het hotel waarnemen.
Een wandeling van het hotel naar de zee leverde deze eerste dag nog wat leuke soorten op: wat zingende Zwartkoppen, veel Rotsduiven en een overvliegende Torenvalk.
Dag 2
Toen de overige leden van het gezelschap na het ontbijt, richting het zwembad verdwenen, besloot ik de omgeving van het hotel eens wat beter te verkennen. Al dwalende door de straten van Costa Adeje, kwam ik steeds dichter bij de voet van een hoge berg. Net nadat de bebouwing ophield, vond ik een veld vol cactussen en lage stekelstruikjes. Meteen hoorde ik een Kleine zwartkop roepen. Een vertrouwd geluid, dat ik van de vele vakanties in Zuid Europa kende. Na een tijdje posten, kwam de grasmus heel even uit de struikjes, om mij een foto te gunnen.
Ik volgde de Kleine Zwartkop verder het terrein op, toen ik plotseling een Klauwier op een cactus zag zitten.
De snelheid waarmee ik een bewijsplaatje probeerde te schieten bleek ongegrond, want de Canarische Woestijnklapekster was in het geheel niet schuw.
Een uur lang vermaakte ik mij prima met een paartje Klapeksters, totdat ik in de verte een Pimpelmees hoorde roepen. Ik lokaliseerde het geluid en spoedde mij de juiste richting uit.
Al gauw zag ik een Tenerife Pimpelmees in de dakgoot van een leegstaande villa zitten roepen. Hij was een nest aan het maken in een gat in de gevel.
Ook dit vogeltje was behoorlijk tam en kwam gezellig in het boompje zitten waaronder ik stond. Ik moest er bij weg lopen om een foto te kunnen maken. Het blauw van de mees is veel donkerder dan dat van de Pimpels bij ons.
Dag 3
Voor deze dag huurde ik een auto, om een aantal vogelsoorten op te zoeken, die zich verder van het hotel moesten bevinden. Ik liet mij leiden door een zeventienjaar oud verslag, dat ik van internet had
uitgeprint. Een recentere had ik niet kunnen vinden.
Mijn eerste halte zou zich in de bergen, net na het plaatsje Arona, moeten bevinden bij een enorme Dennenboom. Op de weg ernaartoe vloog er een Kleine Zilverreiger langs, waarschijnlijk op zoek naar water.
De Dikke Denneboom stond er nog steeds! In de struiken er omheen zag ik een stuk of tien Kanaries, de stamvader van alle als kooivogel gehouden Kanaries!
De Vlaming, schrijver van het verslag dat ik bij mij had, zag zeventien jaar eerder op deze plek ook nog de Blauwe Vink en het Tenerief Goudhaantje. Die kon ik hier niet vinden, maar ik was al lang blij met mijn Kanaries.
Mijn tweede vogelstop van de dag werd een grote picknickplaats boven Vilaflor. Volgens de Belg was dit de beste plek ter wereld om de Blauwe Vink waar te nemen, alhoewel hij ze er zelf niet zag.
Het waaide er stevig, maar de vinken waren thuis. Overal vlogen groepjes Kanaries rond met daar tussen een stuk of 15 Blauwe Vinken. Vooral de waterkraantjes trokken veel vogels. Ook een paar (Canarische) Grote Bonte Spechten, konden de verleiding van een de druppelende kraan niet weerstaan. De vogels waren tot op een paar meter te benaderen. Na een uurtje rondstruinen over de picknickplaats had ik mooie plaatjes van de drie bovengenoemde soorten.
Het was nog vroeg in de middag, dus ik besloot een volgende plek uit het verslag te bezoeken.
Daarvoor moest ik weer afdalen en een vuurtoren aan de kust zien te vinden.
Na een ‘Repsol’ tankstation buiten Las Galletas, die ik snel gevonden had, moest ik direct na een bananen plantage linksaf een landweg in. Die weg heb ik helaas niet kunnen vinden. Misschien was die er ook helemaal niet meer, want ik heb wel degelijk mijn best gedaan.
Wel vond ik een andere ingang in het gebied, een kilometer ten westen van de vuurtoren, nabij Palm Mar.
Tijdens de wandeling van een paar uur door een soort van ‘western’ landschap, zag ik drie Brilgrasmussen en vele Berthelots Piepers. De Piepers lieten mij eveneens tot op enkele meters naderbij komen.
Dag 4
Net naast het Hotel ontdekte ik een langgerekt park dat honderden meters doorliep.
Terwijl ik er doorheen slenterde, bedacht ik me, dat dit een perfect plekje zou zijn voor een Hop.
Binnen tien minuten zag ik er daadwerkelijk eentje in het gras zitten!
Ook deze vogel was weer uitermate tam. Eenmaal lukte het me om binnen drie meter afstand van de Hop te komen.
Toen ik ’s middags in het zwembad lag te dobberen en omhoog keek zag ik een Barbarijse Valk rondcirkelen. Ik kende de soort van mijn vogelreis naar Israël, twee jaar geleden.
Langs de kust zag ik deze dag een Regenwulp en een drietal Steenlopers.
Dag 5
Deze dag leverde mij geen nieuwe soorten op, maar ik vermaakte mij nog prima met de bekende vogels om mij heen.
Dag 6
Wederom een auto gehuurd, ditmaal om een poging te doen om de twee zeldzame duivensoorten van het eiland in beeld te krijgen.
Daarvoor moesten mijn vriendin, die ditmaal mee wilde en ik naar het uiterste zuidwesten van Tenerife rijden. Volgens de beschrijving van mijn Vlaamse vriend boden de laurierbossen rond het plaatsje Erjos, een goede kans op de Laurierduif en de Bolles Laurierduif.
Eerst keken we even in de vijvers langs de weg, net voor Erjos. Evenals zeventien jaar geleden was daar niet veel meer te zien dan een paar Waterhoentjes en Meerkoeten.
Het weer zat niet mee. Het was koud en de laaghangende bewolking ontnam ons een goed zicht op de vallei. Toch was de wandeling door het spookachtige laurierbos schitterend en leverde een aantal leuke nieuwe soorten op.
Een aantal Teneriferoodborstjes, wat Canarische Vinken, een overvliegende Buizerd en veel Tenerife Goudhaantjes kruisten ons pad, maar geen spoor van welke duif dan ook.
De routebeschrijving klopte nog prima, maar een nieuw aangelegd uitkijk plateau, met prachtig zicht over een vallei vol Laurieren, bracht uiteindelijk de redding. Tijdens de wandeling terug deden we het plateau nog eenmaal aan.
Na een kwartier Laurierbladeren bestuderen, kwam er een Sperwer langs zeilen. Een Bolles Laurierduif schrok daar blijkbaar van, want even liet hij zich zien in een korte vlucht. Daar moesten we het mee doen wat de duiven betreft!
Vanuit de auto kon ik nog wel een Raaf, eveneens weer een Canarische ondersoort, prachtig van dichtbij fotograferen. Ik had al heel wat Raven in diverse landen van Europa gezien, maar steeds op erg grote afstand.
Dag 7
Op deze laatste dag bezocht ik de bekende plekjes rond het hotel nog maar eens. Ver op zee zag ik nog een bruinige Gent duiken, vermoedelijk een juveniele Jan van Gent. Mijn laatste nieuwe soort deze week.
De afgelopen dagen had ik zo nu en dan een grote oranje vlinder zien rondfladderen. Ze maakte mooie glijvluchten met de vleugels in een V, maar ging nooit ergens zitten. In het lange park naast het hotel vond ik er uiteindelijk toch nog eentje die wel meewerkte.
Het betrof de Monarchvlinder, die normaal gesproken in Noord Amerika voorkomt. De monarchvlinder is niet de enige migrerende soort maar spant wat betreft de afgelegde afstanden de kroon. De vlinder trekt tot 4500 kilometer van de geboortegrond!
Naast de vogels en de vlinder zag ik ook veel Canarische Hagedissen en een merkwaardige Krab.
Tenerife is mij niets tegen gevallen. 35 soorten is geen hoog aantal, een middagje Lauwersmeer in mei levert mij meer dan 100 soorten op, maar de aantallen per soort vielen mij reuze mee.
De hele dag hoorde ik overal Merels, Tjiftjaffen, Putters en Zwartkoppen zingen.
Met de Canarische Tjiftjaf, de Tenerife Pimpelmees, de Kanarie, de Bolles Laurierduif, de Canarische Woestijnklapekster, de Berthelots Pieper, de Canarische Vink, Raaf en Grote Bonte Specht, en het Tenerife Goudhaantje heb ik 10 nieuwe soorten gezien en gefotografeerd en daar ben ik dik tevreden mee. Ik heb mij deze week geen moment verveeld!
Die gemiste Laurierduif moet ik een volgende keer nog maar eens binnen zien te halen…
VOOR AL MIJN NATUURFOTO’S VAN TENERIFE KLIK HIER: OBSERVADO.ORG